Aikido, letterlijk vertaald "de weg van
harmonie met is een Japanse krijgsdiscipline die in het begin van de
20e eeuw door de Japaner Morihei Ueshiba ontwikkeld werd. Hij liet
zich hierbij inspireren door de technieken van de Japanse samoerai
en krijgskunsten en/of vechtsporten als jiu jitsu en kenjutsu.
De beoefenaar (aikidoka) traint zijn of
haar lichaam en geest ter verbetering van zichzelf, om zichzelf te
overwinnen. Deze harmonie kan bereikt worden, door de aanval
op een gepaste wijze onschadelijk te maken. Het Aikido kent geen
wedstrijden.
Techniek
Aikido wordt zowel
ongewapend als gewapend beoefend en ook met meerdere
aanvallers. Er wordt gebruik gemaakt van een houten
zwaard (boken), stok (jo) en mes (tanto). De wapens
zijn bedoeld als lesinstrument, niet om gewapend te
leren vechten.
Het merendeel van de
ongewapende Aikidotechnieken maakt gebruik van
klemmen en/of worpen ter verdediging tegen een
gewapende of ongewapende aanval. Klemtechnieken
richten zich doorgaans op het pols-, elleboog- of
schoudergewricht van de tegenstander om dit zodoende
onder controle te kunnen houden. Een belangrijk
element bij zowel klem- als werptechnieken is de
balansverstoring van de aanvaller, in veel gevallen
door gebruik te maken van diens eigen aanvalskracht
en -beweging. Slechts bij een minderheid van de
aikidoworpen is er echt sprake van het optillen van
de tegenstander, aangezien de meeste worpen relatief
"laag" blijven.
Stijlen
Er zijn
grofweg drie verschillende stijlen:
Aikikai Aikido, het Aikido zoals
Morihei Ueshiba dat na de Tweede
Wereldoorlog overbracht aan zijn
leerlingen
Ki
Aikido, het Aikido dat Koichi
Tohei heeft ontwikkeld na les te
hebben gehad van Morihei
Ueshiba. Bij Ki Aikido ligt meer
nadruk op het ontwikkelen van Ki
Aikijitsu of Aikibudo, het
Aikido zoals dat door Morihei
Ueshiba werd beoefend in de
jaren twintig en dertig. Bij
deze vorm zijn de technieken
over het algemeen harder en
hebben meer overeenkomsten met
Daito ryu jiujitsu.
Graden
Net als bij
Judo en Karate, kent Aikido kyu
graden en dan graden. Doorgaans zijn
er zes kyu graden waarvoor men
examen kan doen en vervolgens tien
dan graden. Het is gebruikelijk dat
bij alle kyu graden een witte band
wordt gedragen (hoewel sommige
scholen vanaf de derde kyu een
bruine band gebruiken).
Vanaf de
eerste dan wordt een zwarte band
gedragen.
Vanaf een
vastgesteld niveau, dat per
organisatie verschilt, mag de
aikidoka een hakama dragen. Dit is
een traditionele wijde broekrok, die
meestal in het zwart of donkerblauw
is uitgevoerd. De hakama is een
traditioneel kledingstuk, dat over
de eigenlijke witte broek van het
pak wordt gedragen. De meeste
scholen gebruiken het als aanduiding
dat de drager een bepaald niveau
heeft bereikt. In Japan draagt men
hem meestal vanaf de 1e dan.
Binnen
de JBN is het dragen vanaf de 2de
kyu, te vergelijken met de blauwe
band bij judo, algemeen aanvaard.